Visie

Onze stip op de horizon: wij zijn in staat tegemoet te komen aan alle onderwijsbehoeften van de kinderen op een wijze waarop zij zich veilig voelen, gezien en gewaardeerd. Uiteraard behalen we passende resultaten. We streven ernaar om samen lerend het onderwijs te ontwikkelen zodat de kinderen een waardevolle bijdrage leveren aan de samenleving van de toekomst.

Onze visie hebben we verwoord in 5 lijnen die onderling met elkaar verbonden zijn en elkaar over en weer beïnvloeden. Binnen elke lijn zijn onderwerpen benoemd waaraan we kunnen zien of we de goede dingen doen.

Lijn 1: ‘afstemming op onderwijsbehoeften’ met het doen van ‘de goede dingen’:

  1. Bieden van een veilige leeromgeving, waarbij onderwijs door de kinderen ervaren wordt als zinvol (ik leer iets) als plezierig wordt ervaren (ik voel me er goed bij).
  2. Het zorgdragen voor betrokkenheid van leerlingen.
  3. Het aanbieden van 21e eeuwse vaardigheden op een wijze die daar ook bij past.
  4. Aandacht besteden aan zowel cognitieve vaardigheden, als sociale vaardigheden, als voor creatieve vaardigheden.
  5. Zorgdragen dat alle kinderen erbij horen (inclusie) en meedoen (eigenaarschap).
  6. Zorgdragen voor een goede professionele relatie met de kinderen (pedagogisch tact), voor adequate competentiebeleving bij kinderen (zelfbeeld) en een bij de ontwikkelingsleeftijd passende autonomie (verantwoordelijkheid).
  7. Alle kinderen ontwikkelen zich op de weg naar zelfstandige burgers in de samenleving, waarbij we een bijdrage leveren deze persoonlijke groei zichtbaar te maken.

Lijn 2: ‘personeel is kwaliteitsbepalend’

  1. Voldoende personeel is van belang om de goede dingen goed te kunnen doen.
  2. Om de goede dingen goed te kunnen doen hebben we hoog gekwalificeerde collega’s nodig, grotendeels HBO+; met passende competenties en op basis van functieprofielen met een heldere omschrijving van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
  3. De kern van het afstemmen op de onderwijsbehoeften van de leerlingen vormen krachtige lessen met goede instructie.
  4. Onmisbaar voor leren is het geven en ontvangen van feedback.
  5. Omdat de samenleving verandert zullen wij als professionals mee moeten blijven veranderen. Een leven lang leren is geen holle frase, maar een visie element om
    onze missie waar te kunnen blijven maken.
  6. Dat vraagt om passie voor het vak vanuit de bedoeling: het bieden van passend onderwijs aan onze leerlingen vanuit onze waarden en normen.
  7. Om het verschil te kunnen blijven maken hebben initiatief, flexibiliteit, creativiteit en innovativiteit nodig.

Lijn 3: ‘op weg naar een lerende organisatie’ en ‘de dingen goed doen’

  1. In een lerende organisatie is samen met en van elkaar leren een noodzakelijke, maar op zichzelf nog onvoldoende voorwaarde.
  2. Dat betekent dat we allereerst de basis op orde maken en houden.
  3. We willen leren, van de kinderen, van onszelf, zichtbaar maken; laten zien.
  4. We willen meer bieden dan het gewone. We zijn ambitieus en willen van voldoende naar goed.
  5. Op een lerende organisatie kan je bouwen, collega’s én de mensen waarvoor en waarmee we het allemaal doen. We willen een betrouwbaar educatief partner zijn in onze regio.
  6. We bouwen aan een professionele cultuur, waarbij we elkaar niet alleen inspireren, maar ook gezamenlijk zorgen voor het realiseren (het leren zichtbaar maken).
  7. We zoeken naar andere organisatievormen, zowel op het niveau van de klas als op het niveau van de school. Daarbij gaan we niet op voorhand uit van ‘one size fits all’, maar denken we aan het aanbieden van verschillende vormen van gepersonaliseerd leren en verschillende organisatievormen.
  8. Ook in deze lijn geldt dat iedereen meedenkt en mee doet.

Lijn 4: ‘onze identiteit en het verhaal van de school’

  1. We geven vorm en inhoud aan het bekende gezegde ‘it takes a village to raise a child’ door ouders als partners te zien, waarbij ouders en school weliswaar verschillende verantwoordelijkheden hebben, maar een gemeenschappelijk doel.
  2. We verbinden ons op alle mogelijke manieren in ons dorp, in onze wijk. We zijn ‘present’, doen mee met anderen en nodigen anderen uit met ons mee te doen. We zien en we willen gezien worden.
  3. Vanuit onze identiteit geven we goede gedragsvoorbeelden, we leven voor wat we van belang vinden. En dat doen we door te zorgen voor ontmoeting, door het vertellen en luisteren naar verhalen en door te vieren en gedenken.

Lijn 5: ‘het bieden van een ononderbroken ontwikkelingsproces’

  1. Alhoewel deze lijn opgenomen is in de Wet op het Primair Onderwijs is het ‘realiseren’ hiervan een taaie opgave. We willen de overgangsmomenten in de ontwikkeling van een kind zo soepel mogelijk laten verlopen. In ieder geval denken we hierbij aan de stap tussen de voorschoolse periode en de start in groep 1, de overgang van groep 2 naar groep 3 en de overgang van groep 8 naar het voortgezet onderwijs.
  2. Als stip op de horizon is onze visie dat de leeftijdsgroep waarvoor wij werken uitgebreid gaat worden naar de periode die ook wel ‘funderend onderwijs’ wordt genoemd: van 2 jaar tot en met 14 jaar.
  3. Dat zal niet direct onder verantwoordelijkheid van De Stroming gaan. De eerste stappen willen wij zetten door samen te werken in de keten of in het netwerk rondom de kinderen.
  4. We willen onderzoeken wat de meerwaarde is van kindcentra, wellicht ook onder onze verantwoordelijkheid. En we willen onderzoeken naar wat het zou kunnen betekenen als we ons (mede)verantwoordelijk voelen en weten voor ook de 13- en 14-jarigen.